Bij de start van innovatieprojecten zijn er veel onzekerheden. Je hebt een mooi idee of concept en wilt dat zo snel mogelijk in de wereld zetten. Maar is het technisch haalbaar? Zit de gebruiker erop te wachten? En, het belangrijkste, kun je er geld mee verdienen?
Het is belangrijk om vroeg in je project te begrijpen wat wel en niet haalbaar is. Dat leer je niet van een scherm, maar door in de praktijk te testen, meten en valideren. Door een prototype te bouwen maak je het concreet en krijg je nieuwe inzichten. Op grond daarvan kun je bijsturen; het concept aanpassen, nieuwe oplossingen bedenken of desnoods de stekker eruit trekken.
Door vroeg en regelmatig te testen werk je sneller en gerichter toe naar je eindproduct en je voorkomt dat je onnodig geld, tijd en energie investeert.
Onzekerheden in kaart brengen
Bij de start van een project is het zaak om met het team de zekerheden en onzekerheden in kaart te brengen. Wat moet het product precies gaan doen? En welke risico’s zitten eraan vast? Samen filteren we de belangrijkste risico’s en aannames, ieder teamlid vanuit de eigen expertise.
Als projectmanager breng ik focus, zodat we steeds aan de belangrijkste dingen werken. Ik zorg ervoor dat het duidelijk wordt wat we willen en kunnen testen, in welke volgorde. En dat we de juiste conclusies aan de uitkomsten verbinden.
We beginnen met het testen van de risico’s en aannames in het concept die kritisch zijn voor het succes. Deze wil je bewezen hebben voordat je verder de diepte in gaat.
Prototypes
Elke validatiestap doen we zo vroeg mogelijk. Je kunt wel eindeloos schaven, maar dat is zonde van de tijd en energie als het later niet haalbaar blijkt. Na elke test bepalen we: wat hebben we geleerd? Voldoet het aan de verwachtingen en criteria? Met de conclusies werken we toe naar de volgende stappen. Naarmate het project vordert wordt de route steeds duidelijker en de risico’s worden steeds kleiner en specifieker. De prototypes worden steeds vollediger en de validatiestappen uitgebreider.
Belangrijke uitgangspunten bij het bouwen van prototypes zijn:
- Zorg dat je van tevoren heel helder definieert welke informatie je wilt vergaren. Dus niet eerst bouwen en daarna pas kijken wat je kunt testen.
- Maak het niet te groot; vaak kun je met weinig middelen al veel te weten komen. Werk met simpele prototypes en deeloplossingen waar mogelijk.
- Bepaal van tevoren de acceptatiecriteria en je aanpak. Trek objectieve conclusies en bepaal daarop de volgende stappen.
- Valideer en verifieer regelmatig en zo vroeg mogelijk in het proces.
Tijdig bijsturen
Als het resultaat anders uitpakt dan verwacht, dan moet je daar iets mee. Gebruik de bevindingen om aanpassingen door te voeren. Hoe eerder in het proces, hoe sneller en makkelijker je hierop kunt inspelen en hoe minder impact het heeft op tijd en geld.
Het is verleidelijk om dingen eerst helemaal af te ronden, maar wacht niet tot ver in het project met testen. Werk zo snel mogelijk toe naar manieren om je concept of deelprobleem te valideren. Dit zorgt voor een gerichte aanpak, voorkomt onnodige investeringen in tijd en geld en het verhoogt de kwaliteit van je eindproduct.