In innovatieprojecten wordt van alles getest en gevalideerd. Maar wat houdt dat eigenlijk in? Hieronder een korte inleiding en een paar tips.
De woorden testen en valideren worden vaak met elkaar verward. Simpel gezegd: testen is ‘proberen of het werkt’, vaak een iteratief proces. Valideren is ‘aantonen dat het uiteindelijke product de gewenste resultaten gaat opleveren’.
START MET GOED TESTPLAN
Investeren in een goed test- en validatieplan kan de marktrisico’s tot een acceptabel niveau terugbrengen. Eerst wordt een product altijd volgens internationale normen gevalideerd. Daarna ligt de prioriteit bij critical to quality functies. Verder wordt een innovatieve technologie uitgebreider gevalideerd dan een standaardoplossing. Bij een te ontwikkelen systeem worden eerst de onderdelen getest en gevalideerd, daarna pas het hele systeem. De testcriteria volgen onder andere uit een programma van eisen of risicoanalyse. Als een test goed is opgezet kunnen met statistische analyse betrouwbare conclusies worden getrokken.
VERSCHILLENDE MANIEREN VAN TESTEN
Elke test heeft zijn eigen bestaansreden. In een haalbaarheidsfase worden vaak prototypes getest om de proof of principle aan te tonen. Een simulatie (FEM Moldflow-analyse) kan een goed alternatief zijn als een test duur of onuitvoerbaar is. Een slimme manier van testen is Design of Experiments (DoE). Daarbij worden in een matrix van experimenten verschillende variabelen veranderd. Een duurtest voorspelt hoe een product zich zal gedragen tijdens de gehele levenscyclus.
EEN PAAR PRAKTISCHE TIPS:
- Maak een test- en validatieprogramma met criteria, aantallen en kwaliteit van prototype.
- Houd de resultaten bij in een validatiematrix.
- Schrijf het testrapport direct na de test (o.a. doel van de test, criteria, protocol, conclusies)
- Noteer de meetgegevens, niet alleen go/nogo